Dit wetsvoorstel versterkt de positie van de rechter-commissaris in het vooronderzoek in strafzaken. De verhouding tussen de officier van Justitie die het opsporingsonderzoek leidt en de rechter commissaris die toezicht uitoefent wordt verhelderd. De rechter-commissaris gaat als rechter in het vooronderzoek toezicht uit oefenen op het verloop van het opsporingsonderzoek. Het gaat om toezicht op de rechtmatige toepassing van opsporingsbevoegdheden, de voortgang van het onderzoek en de evenwichtigheid en volledigheid van het onderzoek.
Met dit voorstel wordt het gerechtelijk vooronderzoek vervangen door een meer flexibele mogelijkheid voor de rechter-commissaris om onderzoekshandelingen te (doen) verrichten. De rechter-commissaris wordt het aanspreekpunt voor de verdediging voor de bewaking van de evenwichtigheid van bewijsverzameling voor en de volledigheid van het onderzoek. De "mini-instructie" wordt uitgebreid om beter te kunnen voldoen aan onderzoekswensen (deskundigenonderzoek en het horen van getuigen) van de verdediging. Dit voorstel maakt deel uit van het Algemeen kader herziening Wetboek van Strafvordering (TK 29.271, nr. 7).
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 32.177, A) is op 30 juni 2011 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 29 november 2011 na stemming bij zitten en opstaan eveneens met algemene stemmen aangenomen.
ingediend
16 oktober 2009titel
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten tot versterking van de positie van de rechter-commissaris (Wet versterking positie rechter-commissaris)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.