Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet internationale misdrijven en de Uitleveringswet ter implementatie van het Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijning (Trb. 2008, 173) in Nederlandse wetgeving. Door de strafbaarstelling van gedwongen verdwijningen levert het verdrag een bijdrage aan de bestrijding van dit misdrijf.
Dit verdrag bevat een pakket aan maatregelen ter voorkoming en bestrijding van gedwongen verdwijning en op bescherming van de slachtoffers. Daarnaast wordt het Comité voor gedwongen verdwijningen opgericht om toezicht te houden op de implementatie van het verdrag.
De goedkeuring van het verdrag wordt geregeld in wetsvoorstel 32.251 (R1905).
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK 32.208, nr. 2) is op 7 oktober 2010 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 2 november 2010 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
9 november 2009titel
Uitvoering van het op 20 december 2006 te New York tot stand gekomen Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijning (Trb. 2008, 173)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
3