Dit wetsvoorstel regelt de invoering van een referentiekader taal en rekenen in het primair-, voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs. Met dit referentiekader wil de regering de taal- en rekenvaardigheden van leerlingen versterken en de aansluiting tussen de verschillende onderwijssectoren op het gebied van de Nederlandse taal en rekenen verbeteren.
Met dit voorstel wordt vastgelegd wat leerlingen/studenten op vaste momenten moeten kennen en kunnen op het gebied van taal en rekenen. De referentieniveaus taal en rekenen worden vanaf het schooljaar 2013/2014 in de examens in het voortgezet onderwijs verwerkt. Vanaf dat jaar wordt een aparte rekentoets voor álle middelbare scholieren verplicht.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK 32.290, nr. 2) is op 6 april 2010 aangenomen door de Tweede Kamer. SP, PvdA, GroenLinks, D66, PvdD, VVD, ChristenUnie, CDA, PVV en het lid Verdonk stemden voor. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 27 april 2010 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 194 van 28 mei 2010.
ingediend
19 januari 2010titel
Vaststelling van regels over referentieniveaus voor de taal- en rekenvaardigheden van leerlingen (Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan alsmede voor de verschillende onderwijssectoren, schoolsoorten, leerwegen of onderdelen van leerwegen binnen het voortgezet onderwijs of soorten beroepsopleidingen verschillend kan worden vastgesteld.
3