Dit wetsvoorstel voegt aan Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een regeling toe voor incassokosten. Het gaat om een wijziging van artikel 96 van Boek 6 BW en de artikelen 241 en 242 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Hiermee kan dan via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) de maximale vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten vastgesteld worden. Met dit voorstel worden vooral consumenten en eenmanszaken, beter beschermd tegen onredelijke incassokosten.
Het was de bedoeling om in de AMvB de maximale vergoeding voor vorderingen uit overeenkomst tot betaling van een geldsom van maximaal € 25.000 vast te stellen. Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel door de Tweede Kamer heeft de minister toegezegd de begrenzing van de regeling tot vorderingen van € 25.000 te laten vervallen. Na overleg met diverse (branche-)organisaties over de berekening van incassokosten voor hogere vorderingen is de voorgestelde staffel van vorderingen van meer dan € 25.000 aangepast. Het maximum aan incassokosten wordt bereikt bij een vordering van € 1.000.000, waarvoor maximaal € 6775 aan incassokosten mag worden berekend. Bedraagt de vordering meer dan € 1.000.000, dan blijven de incassokosten € 6775.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 32.418, A) op 19 april 2011 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 13 maart 2012 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
16 juni 2010titel
Wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de normering van de vergoeding voor kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechteschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Er zijn geen documenten gevonden.