Dit wetsvoorstel repareert een aantal wetstechnische gebreken en leemten en brengt een aantal wijzigingen aan in de Wet griffierechten burgerlijke zaken (31.758).
Met dit voorstel wordt uitvoering gegeven aan toezegging T01229 gedaan aan de Eerste Kamer op 28 september 2010 tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Wet griffierechten burgerlijk zaken. De belangrijkste inhoudelijke wijzigingen zijn :
-
-vaststelling van vaste tarieven in alle zaken in plaats van de berekening van het griffierecht als percentage van de vordering of het verzoek,
-
-de invoering van een vast laag tarief voor personen met weinig financiële middelen, onder gelijktijdige afschaffing van de regeling inzake de indebetstelling,
-
-de introductie in het griffierechtenstelsel van het uitgangspunt van inning van het griffierecht aan het begin van de procedure;
-
-het schrappen van artikel 243 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) : de inning van de proceskostenveroordeling door de griffie.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 33.108, A) is op 23 oktober 2012 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 5 maart 2013 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
2 december 2011titel
Wijziging van de Wet van 30 september 2010 tot invoering van een nieuw griffierechtenstelsel in burgerlijke zaken (Reparatiewet griffierechten burgerlijke zaken)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
10 oktober 2012
Motie van het lid De Wit over een uniform systeem voor inning van het griffierecht TK, 14 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-