Dit wetsvoorstel creëert een grondwettelijke basis voor het instellen van openbare lichamen in het Caribisch deel van Nederland. Dit voorstel is het gevolg van de wijziging van de staatskundige positie van de BES-eilanden met ingang van 1 oktober 2010.
Het voorstel regelt ook dat de leden van de eilandsraden de leden van de Eerste Kamer kunnen kiezen. Daarnaast wordt uitdrukkelijk bevestigd dat er verschillen zijn tussen de BES-eilanden en het Europese deel van Nederland. Specifieke regels kunnen alleen worden getroffen als er sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor de eilanden zich wezenlijk onderscheiden van het Europese deel van Nederland. Dat betekent dat bij iedere regeling die specifiek op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba is gericht, gemotiveerd moet worden waarom voor deze afwijkende regeling is gekozen.
Een novelle met betrekking tot kiescolleges Eerste Kamer (34.341) is op 13 november 2015 bij de Tweede Kamer ingediend. Beide wetsvoorstellen vormen de eerste lezing (het overwegingsvoorstel) van deze Grondwetswijziging. Het wetsvoorstel 34.702 bevat de tweede lezing van de Grondwetswijziging.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK 33.131, nr. 2) is op 23 oktober 2012 aangenomen door de Tweede Kamer. SGP, CDA, VVD, 50PLUS, D66, GroenLinks, PvdA, PvdD en SP stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 25 oktober 2016 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. De fractie van de PVV stemde tegen.
De plenaire behandeling van het wetsvoorstel door de Eerste Kamer, gezamenlijk met de novelle en het wetsvoorstel Aanpassing kiesrecht van niet-Nederlanders bij eilandsraadsverkiezingen (33.900), vond plaats op 11 oktober 2016.
De commissies hadden op 16 februari 2016 besloten de bespreking van de nadere procedure aan te houden tot het kabinetsstandpunt over het bij brief van 13 oktober 2015 (EK 34.300 IV, B) door de minister van BZK aangeboden rapport van de Commissie evaluatie uitwerking nieuwe staatkundige structuur Caribisch Nederland en de daarbij behorende onderzoeksrapporten beschikbaar is. Dat kabinetsstandpunt is bij brief van 12 mei 2016 (EK 34.300 IV, K) door de minister van BZK aangeboden.
De Commissies KOREL en BZK/AZ hadden op 19 februari 2013 de memorie van antwoord met betrekking tot het onderhavige wetsvoorstel ontvangen en op 19 maart 2013 besloten om de schriftelijke voorbereiding van dit wetsvoorstel in commissieverband op te schorten totdat de evaluatie van de nieuwe staatskundige structuur binnen het Koninkrijk in 2015 heeft plaatsgevonden. De commissies hebben de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij brief van 21 maart 2013 geïnformeerd over dit besluit (EK 33.131, C). De minister heeft bij brief van 16 april 2013 gereageerd op het besluit van de commissies (EK 33.131, D). De commissies hebben daarop de minister bij brief van 23 april 2013 (EK 33.131, F) een reactie gezonden.
De commissies hadden naar aanleiding van de brief van de minister van BZK van 18 december 2014 (EK 33.900, B) over een aan de Tweede Kamer aangeboden notitie over de mogelijkheden om kiescolleges voor de verkiezing van de Eerste Kamer te vormen (mede in verband met van toezegging T01709) op 10 februari 2015 besloten de behandeling van het wetsvoorstel Aanpassing kiesrecht van niet-Nederlanders bij eilandsraadsverkiezingen (33.900) aan te houden. Een novelle met betrekking tot de kiescolleges (34.341) is op 13 november 2015 bij de Tweede Kamer ingediend.
De commissies voerden op 16 december 2014 een mondeling overleg met de minister van BZK over zijn brief van 28 november 2014 (opgenomen in het verslag van een schriftelijk overleg van 2 december 2014 (EK 33.900, A)) over het aanhouden van het voorbereidend onderzoek met betrekking tot het wetsvoorstel Aanpassing kiesrecht van niet-Nederlanders bij eilandsraadsverkiezingen (33.900) in afwachting van een aangekondigde notitie over een kiescollege op de BES-eilanden. Van het overleg is een verslag (EK 33.900, C) beschikbaar.