Het voorstel wijzigt de Uitvoeringswet grondkamers in verband met aanpassing aan de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen. De grondkamers, wier positie is vastgelegd in de Uitvoeringswet worden door deze wijziging onder de werking van de Kaderwet gebracht. De grondkamers zijn ingesteld in verband met het belang van onpartijdige en onafhankelijke beoordeling van pachtovereenkomsten.
Als pachtovereenkomsten ter goedkeuring worden voorgelegd aan de grondkamer, toetst de grondkamer de overeengekomen verplichtingen (waaronder de pachtprijs). De grondkamer geeft daarmee een onafhankelijk, bindend oordeel over hetgeen de betrokken partijen hebben vastgelegd in de pachtovereenkomst. De uitsluiting van de bevoegdheid van de minister om besluiten van de grondkamer te vernietigen geldt voor alle besluiten die de grondkamer neemt. Dit vloeit voort uit de volledig onafhankelijke positie van de grondkamer. De grondkamer kan ook oordelen over pachtovereenkomsten waarbij de Staat een van de partijen is. Ook om deze reden past het niet als de minister vervolgens beleidsregels kan stellen met betrekking tot de taakuitoefening of besluiten kan vernietigen.
De toepasselijkheid van de Kaderwet op de grondkamers betekent op onderdelen een andere bedrijfsvoering. Zo zal voortaan in het jaarverslag inzicht worden geboden in de kwaliteit van de dienstverlening. Verder zal vijfjaarlijks een evaluatie plaatsvinden van de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het functioneren van de grondkamer.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK 33.166, 2) is op 8 maart 2012 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 27 maart 2012 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
3 februari 2012titel
Wijziging van de Uitvoeringswet grondkamers (aanpassing in verband met Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en in verband met herziening benoemingsprocedure)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
10