Dit wetsvoorstel strekt tot implementatie in de nationale wetgeving van richtlijn 2009/119/EG van de Raad van 14 september 2009, houdende verplichting voor de lidstaten om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden.
Met de Wet voorraadvorming aardolieproducten 2001(WVA 2001), die door de nieuwe wet zal worden vervangen, geeft Nederland momenteel invulling aan zijn internationale verplichtingen om aardolie(product)voorraden aan te houden.
De belangrijkste wijzigingen die het voorstel ten opzichte van de WVA 2001 meebrengt, betreffen de verandering in de samenstelling van de voorraadverplichting door de expliciete fysieke productverplichting en het afschaffen van de verplichting tot het sluiten van een bilateraal akkoord met een EU-lidstaat, wanneer voorraden in die lidstaat ter invulling van de nationale voorraadplicht gebruikt gaan worden.
Richtlijn 2009/119/EG moet uiterlijk 31 december 2012 zijn geïmplementeerd in de nationale wetgeving van de lidstaten van de EU.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 33.357, B) is op 29 november 2012 zonder stemming en zonder beraadslaging aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 18 december 2012 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
3 september 2012titel
Regels inzake het aanhouden van voorraden aardolieproducten (Wet voorraadvorming aardolieproducten 2012)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Economische Zaken
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld