Dit voorstel wijzigt de Algemene nabestaandenwet (Anw) en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo) in verband met een aanpassing van de berekening van de nabestaandenuitkering voor alleenstaande ouders. Hiermee wordt een technische omissie hersteld omdat op grond van de huidige redactie bij de bepaling van de bruto-uitkering alleen rekening gehouden wordt met de algemene heffingskorting, terwijl voor alleenstaande ouders ook rekening moet worden gehouden met de alleenstaande-ouderkorting, voor zover dit niet inkomensafhankelijk is.
Ook wordt voorgesteld de Werkloosheidswet (WW) en de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) te wijzigen ter verduidelijking van deze wetten. Met de wijziging van de WW wordt de eigenrisicodrager, die ziekengeld of uitkering op grond van de Werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) aan de uitkeringsgerechtigde betaalt, aangemerkt als werkgever. Dit is om eventuele misverstanden weg te nemen over betaling door de eigenrisicodrager van premies voor de WW. Zo wordt zekerheid geboden aan de uitvoeringspraktijk.
De Wfsw wordt gewijzigd door het opnemen van bepalingen over de bevoegdheid van de inspecteur van de Belastingdienst tot herzien van beslissingen of intrekken van beslissingen op grond van de Wfsv. Aanleiding is een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 26 september 2013, waarin het hof overwoog dat de wet geen bevoegdheid geeft om een eenmaal afgegeven beschikking gedifferentieerde premie WGA te herzien.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (EK 33.855, A) op 3 april 2014 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 6 mei 2014 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
24 januari 2014titel
Wijziging van de Algemene nabestaandenwet en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 in verband met een technische aanpassing van de berekening van de nabestaandenuitkering voor alleenstaande ouders en een verduidelijking van de Werkloosheidswetschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
-
1.De artikelen I en II van deze wet treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en werken terug tot en met 1 juli 2013. Deze artikelen werken terug tot en met 1 oktober 2013 voor personen die voor 29 maart 2013 recht op een halfwezenuitkering hadden;
-
2.Artikel III van deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2013;
-
3.Artikel IV treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst;
-
4.Artikel IVa van deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, met uitzondering van artikel IVa, onderdeel A, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wordt geplaatst, en terug werkt tot en met 19 oktober 2013.