Dit voorstel wijzigt de Algemene Ouderdomswet (AOW) en voegt nadere eisen aan de wet toe om oneigenlijk gebruik van de vrijwillige verzekering (de AOW-inkoopregeling) over een achterliggende periode zo veel mogelijk tegen te gaan. Ook wordt voorgesteld de minimuminkooppremie te verhogen.
Het wetsvoorstel wijzigt ook de Wet werk en bijstand (WWB , vanaf 2015 de Participatiewet) met als doel de wijze van berekening als de periodieke aanpassing van de bijstandsnormen voor pensioengerechtigden (normen voor de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (aio)) te verbeteren.
Het voorstel (EK 33.928, A) is op 30 september 2014 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 25 november 2014 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
6 mei 2014titel
Wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met wijziging van de voorwaarden voor de vrijwillige verzekering over een achterliggende periode en wijziging van de Participatiewet in verband met wijziging van de berekening en de periodieke aanpassing van de bijstandsnormen voor pensioengerechtigdenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
-
1.Artikelen I van deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en werkt terug tot en met 24 maart 2014.
-
2.De artikelen IA, IB, IC en ID van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
-
30 juni 2015
brief regering; Inkoop AOW door reeds eerder verplicht verzekerden, voortzettingsregelingen AOW/Anw en kinderen van expats TK, 20 Bevat bijlage -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
25 september 2014
Amendement van het lid Ulenbelt dat de arbeidsverledenvoorwaarde uit het wetsvoorstel schrapt TK, 11 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-