33.951

Reparatiewet Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2014



Dit voorstel herstelt wetstechnische gebreken en leemten in een aantal wetten op het terrein van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister voor Wonen en Rijksdienst en op enkele aanverwante terreinen. Die gebreken betreffen in de eerste plaats puur wetstechnische fouten, zoals verschrijvingen, onjuiste verwijzingen, wetswijzigingen waarbij een foutief artikel- of lidnummer werd genoemd, e.d. In de tweede plaats gaat het om technische inconsequenties. In de derde plaats worden de Woningwet en de Invoeringswet ruimtelijke ordening gewijzigd. Dit zijn geen puur technische wijzigingen, maar beleidsarme inhoudelijke wijzigingen.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (EK 33.951, A) is op 30 oktober 2014 als hamerstuk afgedaan door de Tweede Kamer.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 18 november 2014 als hamerstuk afgedaan.


Kerngegevens

ingediend

3 juni 2014

titel

Herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetsbepalingen op het terrein van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Reparatiewet BZK 2014)

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

  • minister voor Wonen en Rijksdienst

inwerkingtreding

  • 1. 
    Deze wet, met uitzondering van de artikelen XIVa, XVIa en XXIII, onderdeel Fa, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij wordt geplaatst.
  • 2. 
    De artikelen III en VIII, onderdeel B, werken terug tot en met 16 maart 2013.
  • 3. 
    De artikelen IV en XVI, onderdeel E, werken terug tot en met 19 maart 2014.
  • 4. 
    Artikel XIVa treedt in werking op het tijdstip waarop de Huisvestingswet 2014 in werking treedt. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na het tijdstip waarop die wet in werking is getreden, treedt artikel XIVa in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en werkt het terug tot en met het tijdstip waarop die wet in werking is getreden.
  • 5. 
    Artikel XVI, onderdeel A, werkt terug tot en met 1 januari 2011.
  • 6. 
    Artikel XVI, onderdeel B, werkt terug tot en met 1 januari 2012.
  • 7. 
    Artikel XVI, onderdeel C, werkt terug tot en met 1 januari 2013.
  • 8. 
    Artikel XVI, onderdeel D, werkt terug tot en met 1 januari 2014.
  • 9. 
    Artikel XVIa treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel D, van de wet van 9 juli 2014 tot wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en een aantal andere wetten in verband met de dualisering van het gemeente- en provinciebestuur en de invoering van een bedrijfsvoeringsorganisatie met rechtspersoonlijkheid, alsmede regeling van diverse andere onderwerpen (Stb. 2014, 306) in werking treedt. Indien artikel I, onderdeel D, van de wet van 9 juli 2014 tot wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en een aantal andere wetten in verband met de dualisering van het gemeente- en provinciebestuur en de invoering van een bedrijfsvoeringsorganisatie met rechtspersoonlijkheid, alsmede regeling van diverse andere onderwerpen reeds in werking is getreden op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, treedt artikel XVIa van deze wet in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en werkt het terug tot en met het tijdstip waarop artikel I, onderdeel D, van de wet van 9 juli 2014 tot wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en een aantal andere wetten in verband met de dualisering van het gemeente- en provinciebestuur en de invoering van een bedrijfsvoeringsorganisatie met rechtspersoonlijkheid, alsmede regeling van diverse andere onderwerpen in werking is getreden.
  • 10. 
    Artikel XXIII, onderdeel Fa, treedt in werking op het tijdstip waarop de wet van 4 juni 2014 tot wijziging van de Woningwet in verband met het versterken van het handhavingsinstrumentarium (Stb. 2014, 249) in werking treedt. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na het tijdstip waarop die wet in werking is getreden, treedt artikel XXIII, onderdeel Fa, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en werkt het terug tot en met

    het tijdstip waarop die wet in werking is getreden.


Documenten

14