34.024

Modernisering en flexibilisering van de universele postdienstverlening



Dit voorstel bevat maatregelen om te waarborgen dat de basisvoorziening voor gewone post rendabel kan blijven, ook nu post steeds vaker digitaal wordt verstuurd.

Het gaat om de volgende maatregelen. Ten eerste is een wijziging opgenomen van de UPD-eisen, waardoor een vermindering van het aantal postvestigingen en brievenbussen mogelijk wordt. Ten tweede wordt een periodieke evaluatie van de UPD wettelijk verankerd.

Als derde maatregel wordt een aantal UPD-eisen niet langer op wetsniveau ingevuld, maar op het niveau van algemene maatregel van bestuur, zodat sneller en effectiever in de vormgeving van de UPD kan worden ingegrepen als dat noodzakelijk is. De vierde maatregel betreft een aanpassing van de financieringswijze voor eventuele nettokosten op de UPD. Verder wordt de bezorging van gerechtelijke brieven in eigen beheer uitgevoerd.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel (EK 34.024, A) is op 29 januari 2015 aangenomen door de Tweede Kamer. De fractie van de ChristenUnie stemde tegen.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 26 mei 2015 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. De fractie van de ChristenUnie stemde tegen.

De motie-Koning (PvdA) c.s. over inzage in kosten- en batenopbouw en rendement van de UPD (EK 34.024, G) is op 26 mei 2015 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. VVD, CDA, SGP en D66 stemden tegen.


Kerngegevens

ingediend

11 september 2014

titel

Wijziging van de Postwet 2009 tot modernisering en flexibilisering van de universele postdienstverlening (modernisering UPD)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister van Economische Zaken

inwerkingtreding

  • De artikelen I en II van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
  • Artikel IIIa van deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Documenten