Dit voorstel implementeert de aangepaste Europese transparantierichtlijn (Richtlijn nr. 2013/50/EU) in de Nederlandse wetgeving. Daartoe worden de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en enkele andere wetten gewijzigd.
Ondernemingen met effecten op de beurs moeten heldere informatie verschaffen om zo bij te dragen aan de integratie van de Europese effectenmarkten. Om de administratieve lasten voor bedrijven te beperken, bepaalt de gewijzigde richtlijn dat bedrijven niet langer kwartaalrapportages hoeven te publiceren. Daarnaast komt er een drempelwaarde van 5% waarboven aandeelhouders een meldingsplicht van hun aandelenbezit hebben, zodat investeerders die bepaalde posities opbouwen zichtbaar worden.
Het voorstel (EK 34.232, A) is op 17 december 2015 aangenomen door de Tweede Kamer. SP, PvdD, PvdA, GroenLinks, D66, 50PLUS, Van Vliet, Houwers, Groep Kuzu/Öztürk, Klein, VVD, SGP, ChristenUnie en CDA stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 22 december 2015 als hamerstuk afgedaan. De fractie van de PVV is daarbij aantekening verleend.
ingediend
18 juni 2015titel
Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2013/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en Richtlijn 2007/14/EG van de Commissie tot vaststelling van concrete uitvoeringsvoorschriften van een aantal bepalingen van Richtlijn 2004/109/EG (PbEU 2013, L 294) (Implementatiewet wijziging richtlijn transparantie)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld en werkt, in het geval deze wet na 31 december 2015 in het Staatsblad wordt geplaatst, ten aanzien van artikel I, onderdeel Ia, terug tot en met 1 januari 2016