Met dit wetsvoorstel vindt - via een Wijziging van de Waterwet - een wettelijke verankering voor primaire waterkeringen plaats.
Het stelsel van primaire waterkeringen biedt bescherming tegen overstromingen vanuit de zee, de grote meren en de grote rivieren, het zogenaamde ‘buitenwater’. Deze normen zijn uitgedrukt in overschrijdingskansen. De hoogte van deze normen is vastgesteld aan de hand van een globale analyse van de (verschillen in de) waarden van de te beschermen belangen achter de waterkeringen, de schade die optreedt door zoet en zout water en de mogelijkheid om de bevolking achter de dijk bijtijds te evacueren.
Sinds de vaststelling van de normen voor waterveiligheid is het aantal mensen en de economische waarde achter de waterkeringen sterk toegenomen. In de komende periode neemt de overstromingsdreiging toe als gevolg van klimaatverandering. De zeespiegel stijgt, de bodem daalt, de grote rivieren moeten hogere piekafvoeren kunnen verwerken en er moet rekening worden gehouden met meer extreem natte perioden. Tevens kunnen door nieuwe kennis en inzichten de kansen en gevolgen van overstromingen veel beter worden berekend en is er meer bekend over de sterkte van waterkeringen en de manieren waarop die sterkte kan worden aangetast.
Deze ontwikkelingen hebben ertoe geleid te kiezen voor een risicobenadering in de veiligheidsnormering. Deze benadering houdt in dat de normering is gebaseerd op zowel de kans dat een overstroming zich daadwerkelijk voordoet als op de gevolgen van een eventuele overstroming. Dit maakt het mogelijk gerichter te investeren in veiligheid.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK 34.436, nr. 2) is op 7 juli 2016 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel op 1 november 2016 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
23 maart 2016titel
Wijziging van de Waterwet en enkele andere wetten (nieuwe normering primaire waterkeringen)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Infrastructuur en Milieu
inwerkingtreding
-
1.Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
-
2.Indien deze wet in werking treedt na 1 januari 2017 werkt artikel I terug tot en met die datum.
24
-
-
-
-
-
-
-
21 oktober 2016
brief inzake het belang van spoedige inwerkingtreding EK, C
voor kennisgeving aangenomen op 25 oktober 2016 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-