De richtlijn hernieuwbare energie verplicht Nederland om in 2020 jaarlijks minimaal 10% van de energie voor vervoer uit hernieuwbare bronnen te laten bestaan.
Aan biobrandstoffen die worden ingezet voor het halen van deze verplichting zijn in de Richtlijn hernieuwbare energie specifieke duurzaamheideisen gesteld. Tevens draagt hernieuwbare energie in vervoer bij aan de 14% algemene hernieuwbare energie doelstelling die Nederland in 2020 volgens het SER Energieakkoord en de Europese regelgeving moet behalen.
Nederland heeft die verplichting in 2015 omgezet in een oplopende jaarverplichting voor brandstofleveranciers, die moet leiden naar de 10% hernieuwbare energie voor vervoer in 2020. Om aan die jaarverplichting te voldoen moet de leverancier Hernieuwbare brandstofeenheden (HBE’s) registreren bij de Nederlandse emissieautoriteit (NEa).
Met dit wetsvoorstel wordt uitvoering gegeven aan de Richtlijn (EU) 2015/1513 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 2009/28/EG ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (PbEU L 239).
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK, A) is op 12 december 2017 aangenomen door de Tweede Kamer. DENK, D66, VVD, SGP, CDA, ChristenUnie, FvD en PvdA stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 17 april 2018 als hamerstuk afgedaan. GroenLinks, PvdD, PVV, 50PLUS en SP is daarbij aantekening verleend.
ingediend
4 mei 2017titel
Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2015/1513 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 2009/28/EG ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen alsmede in verband met de operationalisering van de reductieverplichting uit Richtlijn 98/70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstofschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
-
14 december 2021
verslag van een schriftelijk overleg met de staatssecretaris van I&W over het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit energie vervoer EK 35.626 / 34.717, E
Op 18 januari 2022 voor kennisgeving aangenomen. -
8 oktober 2021
brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat ter aanbieding van het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit energie vervoer EK 35.626 / 34.717, D Bevat bijlagen -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
4 december 2017
Motie van het lid Wassenberg over verlaging van het aandeel voedselbrandstoffen in de tank TK, 11 -
4 december 2017
Motie van het lid Wassenberg over geen palmolie en sojaolie gebruiken voor biobrandstoffen TK, 10 -
-
-
-
-
-
-
-
-