35.004

Vaststelling tarieven 2019 voor opslag duurzame energie



Dit voorstel strekt ertoe om voor het jaar 2019 de hoogte vast te stellen van de tarieven in de Wet opslag duurzame energie.

De Wet opslag duurzame energie (Wet ODE) is een heffing op het verbruik van aardgas en elektriciteit die met ingang van het jaar 2013 is geïntroduceerd. De opbrengst van deze heffing dient ter financiering van de uitgaven voor SDE+ (Stimulering van Duurzame Energie). De tarieven in de Wet ODE worden steeds vooraf bij wet vastgesteld aan de hand van de vooraf geraamde uitgaven voor de SDE+. Met dit voorstel worden de tarieven voor het jaar 2019 vastgesteld.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 20 november 2018 aangenomen door de Tweede Kamer.

Voor:PvdA, GroenLinks, PvdD, 50PLUS, D66, VVD, SGP, CDA en de ChristenUnie

Tegen: PVV, FvD, SP en DENK

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 18 december 2018 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen.

Voor: SGP, ChristenUnie, VVD, CDA, GroenLinks, PvdD, 50PLUS, OSF en D66.

Tegen: PvdA, SP en PVV.

De tijdens de plenaire behandeling ingediende motie-Aardema (PVV) c.s. over het terugbrengen van het ODE tarief voor 2019 en verdere jaren naar nul euro (EK, E) is na stemming bij zitten en opstaan verworpen. De PVV-fractie stemde voor.

De motie-Fiers (PvdA) c.s. over aanpassing van de tarieven voor 2020 ten voordele van huishoudens (EK, F) is na stemming bij zitten en opstaan verworpen. PvdA, GroenLinks, PvdD, 50PLUS, OSF en SP stemden voor.


Kerngegevens

ingediend

27 augustus 2018

titel

Wijziging van de Wet opslag duurzame energie (in verband met de vaststelling van tarieven voor het jaar 2019)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister van Economische Zaken en Klimaat

inwerkingtreding

Met ingang van 1 januari 2019. Indien het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2018, treedt zij in werking op een bij koninklijk besluit nader te bepalen tijdstip.


Documenten

36