Dit wetsvoorstel voorziet in de bevoegdheid voor de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om ter handhaving van de Wet verbod pelsdierhouderij (30.826) bestuursrechtelijke herstelsancties op te leggen in de vorm van een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom. Deze bestuursrechtelijke herstelsancties zijn aanvullend op de reeds bestaande mogelijkheden tot het opleggen van strafrechtelijke sancties ter handhaving van deze wet.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK, 2) is op 19 februari 2019 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, PvdA, GroenLinks, PvdD, DENK, 50PLUS, D66, ChristenUnie en de PVV.
Tegen: FvD, SGP, CDA en de VVD.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 3 maart 2020 als hamerstuk afgedaan. FVD en PvdD is daarbij aantekening verleend.
De Eerste Kamercommissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (EZK/LNV) heeft op 1 december 2020 besloten het aangekondigde aangepaste ontwerpbesluit af te wachten (naar aanleiding van het verslag van een nader schriftelijk overleg met minister van LNV van 30 november 2020 over intrekken van het Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit subsidiëring sloop- en ombouwkosten pelsdierhouderij (EK 35.006 / 28.286, J)).
ingediend
30 augustus 2018titel
Wijziging van de Wet verbod pelsdierhouderij in verband met het toevoegen van de bevoegdheid tot het opleggen van bestuursrechtelijke herstelsancties ter handhaving van die wetschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip