35.187 (R2124)

Overeenkomst eengemaakt octrooigerecht en Verordening tot instelling eenheidsoctrooibescherming



Dit voorstel van Rijkswet strekt tot aanpassing van de Rijksoctrooiwet 1995 in verband met de komst van het Europees octrooi met eenheidswerking en de oprichting van het Eengemaakt octrooigerecht (EOG).

De introductie van het Europees octrooi met eenheidswerking op grond van Verordening (EU) nr. 1257/2012 geeft de mogelijkheid met één registratie octrooibescherming te verkrijgen in alle deelnemende EU-lidstaten. Bedrijven die octrooibescherming wensen in deze EU-lidstaten hoeven de geldigheid van het octrooi niet in iedere lidstaat afzonderlijk te regelen (valideren). Voorts wordt voorzien in geschilbeslechting op Europees niveau bij het EOG, op grond van de Overeenkomst betreffende een eengemaakt octrooigerecht. Langs deze weg kan bij één instantie een uitspraak worden verkregen met werking in alle deelnemende lidstaten. Als gevolg daarvan behoeft een octrooihouder niet langer in iedere lidstaat waar inbreuk op zijn recht wordt gemaakt afzonderlijk een inbreukprocedure te starten. Hetzelfde geldt ten aanzien van de geldigheid van het octrooi; ook deze kan via één gerechtelijke procedure bij het Eengemaakt octrooigerecht worden vastgesteld.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

De Tweede Kamer heeft het voorstel op 3 oktober 2019 als hamerstuk afgedaan.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 29 oktober 2019 als hamerstuk afgedaan.


Kerngegevens

ingediend

9 april 2019

titel

Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 in verband met de Overeenkomst betreffende een eengemaakt octrooigerecht en Verordening (EU) nr. 1257/2012

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

  • minister van Economische Zaken en Klimaat

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld


Documenten