Dit voorstel beoogt de implementatie in de Nederlandse wetgeving van het Verdrag betreffende werk in de visserijsector (Trb. 2011, 152) en van de Europese richtlijn 2017/159 tot uitvoering van de Overeenkomst betreffende de uitvoering van het Verdrag betreffende werk in de visserijsector van de Internationale Arbeidsorganisatie uit 2007.
Voor de implementatie van het verdrag wordt de regelgeving op een aantal onderwerpen beperkt aangepast. Deze aanpassingen betreffen voornamelijk de wetgeving die valt onder de beleidsverantwoordelijkheid van de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en van Justitie en Veiligheid. Het gaat veelal om technische aanpassingen, omdat door de bekrachtiging en implementatie van het Maritiem Arbeidsverdrag (MAV) de vereisten uit het verdrag al grotendeels zijn geïmplementeerd in onze nationale regelgeving.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK, 2) is op 26 september 2019 als hamerstuk afgedaan door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 15 oktober 2019 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
17 april 2019titel
Implementatie van het Verdrag betreffende werk in de visserijsector (Trb. 2011, 152) en van Richtlijn (EU) 2017/159 van de Raad van 19 december 2016 tot uitvoering van de op 21 mei 2012 door het Algemeen Comité van de landbouwcoöperaties van de Europese Unie (COGECA), de Europese Federatie van vervoerswerknemers (EFT) en de Vereniging van de nationale organisaties van visserijondernemingen in de Europese Unie (Europêche) gesloten Overeenkomst betreffende de uitvoering van het Verdrag betreffende werk in de visserijsector van de Internationale Arbeidsorganisatie uit 2007 (PbEU 2016, L 25)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister voor Rechtsbescherming
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld