Dit wetsvoorstel wijzigt Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en regelt dat aan huurders van ligplaatsen voor woonboten een gelijkwaardige huurbescherming wordt toegekend als aan huurders van woningen op de wal. Daartoe wordt voorgesteld om de overeenkomst tot huur van een ligplaats als huur van woonruimte te zien, te regelen dat koop geen huur «breekt», het huren van een ligplaats te beschermen tegen opzegging, te regelen dat bij overlijden van de huurder van een ligplaats de huur van de ligplaats overgaat op de erfgenamen en dat bij verkoop van de woonboot de nieuwe eigenaar van de woonboot ook de huur van de ligplaats over kan nemen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (EK, A) op 10 maart 2022 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 29 maart 2022 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
6 maart 2020titel
Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het verbeteren van de huurbescherming voor huurders van ligplaatsenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister voor Rechtsbescherming
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip