Dit voorstel implementeert twee Europese richtlijnen met betrekking tot elektronische handel (e-commerce) in de Wet op de omzetbelasting 1968. Het betreft:
-
1.De richtlijn 2017/2455 van 5 december 2017 tot wijziging van Richtlijn 2006/112 en Richtlijn 2009/132 wat betreft bepaalde btw-verplichtingen voor diensten en afstandsverkopen van goederen (richtlijn elektronische handel).
-
2.De richtlijn 2019/1995 van 21 november 2019 tot wijziging van Richtlijn 2006/112 wat betreft de bepalingen inzake afstandsverkopen en bepaalde binnenlandse leveringen van goederen (aanvullende richtlijn).
Het doel van de richtlijn elektronische handel is met name gericht op de modernisering en vereenvoudiging van de heffing en inning van de btw op grensoverschrijdende internetverkopen van goederen en diensten. Deze elektronische handel is de afgelopen jaren zeer fors gegroeid en de btw-regels moeten daarop worden aangepast, rekening houdend met het beginsel van belastingheffing in het land van bestemming. Uitganspunt daarbij is dat de belastinginkomsten van de lidstaten van de Unie moeten worden beschermd en dat er gelijke concurrentievoorwaarden worden gecreëerd voor de betrokken bedrijven van binnen en buiten de Unie. Daarbij moeten de lasten voor het bedrijfsleven zo veel mogelijk worden beperkt.
De nieuwe btw-regels voor internetverkopen van goederen en diensten als gevolg van genoemde richtlijnen hebben in het bijzonder betrekking op de verkopen aan andere dan ondernemers, doorgaans particuliere consumenten en overheden. Maar wat goederen betreft hebben ze daarnaast in specifieke gevallen ook betrekking op verkopen aan bepaalde ondernemers. Een klein deel van de richtlijn elektronische handel, artikel 1, is al met ingang van 1 januari 2019 geïmplementeerd (zie dossier 35.032). Het belangrijkste onderwerp daarbij was een tegemoetkoming aan vaak kleinere ondernemers die in beperkte mate digitale diensten verkopen aan andere dan ondernemers in andere lidstaten
Informatie over de totstandkoming van de richtlijn elektronische handel is te vinden in het Edossier E160050.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK, 2) op 25 februari 2021 aangenomen.
Voor: PvdA, Krol, GroenLinks, 50PLUS, DENK, D66, VVD, SGP, CDA, ChristenUnie, PVV en FVD.
Tegen: SP, PvdD en Van Kooten-Arissen.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 6 april 2021 als hamerstuk afgedaan. SP en PvdD is daarbij aantekening verleend.
ingediend
14 juli 2020titel
Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet implementatie richtlijnen elektronische handel)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
32
-
-
22 maart 2022
verslag van een schriftelijk overleg over bestuurlijke reactie op definitief BIT-advies EU btw e-commerce (Kamerstuk 35527-16) TK, 18 Bevat bijlagen -
-
14 december 2021
brief regering; Bestuurlijke reactie op definitief BIT-advies EU btw e-commerce TK, 16 Bevat bijlage -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
4 februari 2021
brief regering; Uitvoeringstoets noodspoor wetsvoorstel implementatie richtlijnen elektronische handel TK, 14 Bevat bijlage -
-
-
-
-
14 januari 2021
brief Algemene Rekenkamer; Nieuwe btw-regelgeving van de EU op het terrein van de e-commerce TK, 10 -
-
-
-
-
-
-