Dit voorstel wijzigt de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II en de Woningwet. Omdat veel huurders door de coronacrisis in een lastige financiële situatie zijn beland wordt in dit wetsvoorstel voorgesteld zittende huurders met een gereguleerd huurcontract en met een inkomen tot aan de voorheen maximale inkomensgrens, eenmalig het recht te geven op een huurverlaging tot de aftoppingsgrens. Om woningcorporaties tegemoet te komen wordt het tarief van de verhuurderheffing verlaagd.
Dit wetsvoorstel maakt deel uit van het pakket Belastingplan 2021.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK, A) is op 12 november 2020 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, PvdA, Krol, GroenLinks, PvdD, 50PLUS, Van Kooten-Arissen, DENK, D66, VVD, SGP, CDA, ChristenUnie en PVV.
Tegen: FVD en Van Haga.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 1 december 2020 zonder stemming aangenomen.
Tijdens het debat op 1 december werden vier moties ingediend waarover op 8 december 2020 werd gestemd.
ingediend
15 september 2020titel
Wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II en de Woningwet (eenmalige huurverlaging huurders met een lager inkomen)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.
6
-
1 december 2020
voortzetting behandeling (zonder stemming aangenomen) Verslag EK 2020/2021, nr. 12, item 9 -
-
-
-
-