Dit wetsvoorstelwijzigt de Wet op het financieel toezicht (Wft) en de Faillissementswet en strekt tot implementatie van de Europese richtlijn 2019/2034 van 27 november 2019 betreffende het prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen en tot uitvoering van de Europese verordening 2019/2033 van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen. De verordening en de richtlijn vormen tezamen het nieuwe prudentieel kader voor beleggingsondernemingen.
Beleggingsondernemingen vielen voorheen, net als banken, voor wat betreft de prudentiële regels en het toezicht daarop onder de verordening kapitaalvereisten en de richtlijn kapitaalvereisten. Dit prudentiële regime is in hoofdzaak gebaseerd op de door het Bazels Comité voor Bankentoezicht voor bankengroepen vastgestelde internationale reguleringsstandaarden. Deze standaarden sluiten niet volledig aan op de specifieke risico’s die zijn verbonden aan de dienstverlening en activiteiten van beleggingsondernemingen, maar zijn vooral gericht op het adresseren van de meest gangbare risico’s voor banken. Om die reden voorzien de onderhavige verordening en richtlijn in een nieuw prudentieel regime voor beleggingsondernemingen, dat de specifieke risico’s voor beleggingsondernemingen adresseert. De regels voor vergunningverlening aan beleggingsondernemingen en de vereisten inzake de bedrijfsvoering van beleggingsondernemingen blijven daarnaast opgenomen in de Europese richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK, 2) op 1 juli 2021 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 28 september 2021 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
29 maart 2021titel
Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende het prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2002/87/EG, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU en 2014/65/EU (PbEU 2019, L 314), alsmede in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2019/2033 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 575/2013, (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 806/2014 (PbEU 2019, L 314) (Implementatiewet richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
15