Dit wetsvoorstel voorziet in twee maatregelen om tot een verbetering van de gemeentelijke inkoopprocedure in het kader van de Wmo 2015 en de Jeugdwet te komen.
Gemeenten die bepaalde vormen van zorg voor jeugdigen of maatschappelijke ondersteuning willen inkopen en daarbij de beste aanbieders willen selecteren, zullen hun opdrachten vaak moeten aanbesteden. Daarbij gelden de regels van de Aanbestedingswet 2012. In de praktijk blijken de aanbestedingsregels voor de zorg voor jeugdigen en de maatschappelijke ondersteuning te knellen. Daarom wordt ernaar gestreefd de Aanbestedingsrichtlijn zodanig te wijzigen, dat diensten op het terrein van het sociaal domein waarvoor geen grensoverschrijdende interesse bestaat, worden uitgezonderd van de werking van deze richtlijn. Zo’n wijziging is op korte termijn echter niet te verwachten. Daarom is er een programma ingericht dat de gemeenten ondersteunt bij het aanbesteden en – breder – het inkopen van zorg voor jeugdigen en maatschappelijke ondersteuning. Daarnaast wordt in dit voorstel geregeld dat een in de Jeugdwet en de Wmo 2015 opgenomen regel wordt geschrapt die het organiseren van een binnen de Aanbestedingsrichtlijn en daarmee de Aanbestedingswet 2012 toegestane, vereenvoudigde aanbestedingsprocedure belemmert. Het voorstel bevat ook een delegatiebepaling op grond waarvan regels kunnen worden vastgesteld ter bepaling van wat reële prijzen voor de zorg van jeugdigen zijn en bevat het een delegatiebepaling op grond waarvan zo nodig regels kunnen worden vastgesteld over aan welke zorgvuldigheidseisen moet worden voldaan bij de inkoop of subsidiëring van de zorg voor jeugdigen.
Het voorstel (TK, 2) is op 19 april 2022 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, PvdA, PvdD, D66, Lid Omtzigt, ChristenUnie, VVD, SGP, CDA, BBB, JA21, PVV, Groep Van Haga en FVD.
Niet aanwezig bij de stemmingen: Lid Gündoğan en BIJ1.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 24 mei 2022 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
22 april 2021titel
Wijziging van de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 teneinde de uitvoeringslasten bij het aanbesteden van diensten als bedoeld in die wetten te verlichten, alsmede grondslagen op te nemen voor het stellen van regels die bij de inkoop of subsidiëring van die diensten in acht worden genomen (Wet maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo 2015)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister voor Rechtsbescherming
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
-
15 maart 2024
publicatie inwerkingtreding artikelen artikel II, onderdelen C en D, en artikel III nr. 55 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-