Dit wetsvoorstel schrapt in de Vreemdelingenwet 2000 de huidige wettelijke bescherming tegen uitzetting van in Nederland geboren ofwel opgegroeide vreemdelingen met zeer zware criminele voorgeschiedenis. Dit voorstel verruimt de afwijzingsmogelijkheden voor aanvragen om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd.
Met dit voorstel vindt er een aanscherping plaats van het openbare ordebeleid voor criminele vreemdelingen. Op dit moment is de afwijzing van een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd voor deze categorie vreemdelingen alleen mogelijk vanwege zware drugsdelicten met een gevangenisstraf van meer dan 60 maanden. Deze wijziging zorgt ervoor dat meer soorten ernstige misdrijven kunnen leiden tot een afwijzing. Daarnaast wordt ook de drempel van meer dan 60 maanden gevangenisstraf geschrapt. Hiermee wordt aangesloten bij het systeem van de glijdende schaal, waardoor in meer gevallen kan worden overgegaan tot een individuele beoordeling of de aanvraag op grond van openbare orde moet worden afgewezen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK, A) is op 23 januari 2024 aangenomen door de Tweede Kamer.
Voor: NSC, SGP, ChristenUnie, CDA, VVD, JA21, BBB, FVD en PVV.
Tegen: GroenLinks-PvdA, D66, PvdD, SP, Volt en DENK.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 9 juli 2024 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen.
Voor: SGP, CDA, PVV, FVD, VVD, JA21, BBB en 50PLUS.
Tegen: OPNL, GroenLinks-PvdA, D66, Volt, SP, PvdD en ChristenUnie.
ingediend
16 september 2022titel
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met aanscherping van het openbare ordebeleid voor criminele vreemdelingenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
17 januari 2024
Amendement van het lid Diederik van Dijk over het invoegen van een evaluatiebepaling TK, 8 -
-
-
-
-
-
-