Dit wetsvoorstel voegt de twee huidige versies van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) samen tot een versie. Op dit moment bestaat van Rv één versie voor verplicht elektronisch procederen bij de Hoge Raad en één versie voor alle andere gerechten.
Met dit voorstel worden de bepalingen voor het verplicht elektronisch procederen bij de Hoge Raad ondergebracht in de titel over cassatie van de versie van Rv die geldt voor alle andere gerechten. De versie van Rv die geldt voor verplicht elektronisch procederen bij de Hoge Raad komt dan te vervallen. Daarnaast komt er een einde aan het bestaan van twee verschillende versies van bepaalde artikelen in andere wetten. Destijds is van deze artikelen een terminologisch andere versie in werking getreden voor het verplicht elektronisch procederen bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland. Met het stopzetten van dit verplicht elektronisch procederen bij deze twee rechtbanken per 1 oktober 2019 kunnen deze artikelen komen te vervallen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft het voorstel (TK, 2) op 15 december 2022 als hamerstuk afgedaan.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 24 januari 2023 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
23 september 2022titel
Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enige andere wetten in verband met de technische eenmaking van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Wet technische eenmaking Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister voor Rechtsbescherming
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.