36.243

Onverenigbaarheid rechterschap met lidmaatschap Eerste en Tweede Kamer en het Europees Parlement



Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de Raad van State, de Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement en enige andere wetten met als doel belangenverstrengeling te voorkomen. Het voorstel beoogt de waarborgen voor een onafhankelijke, onpartijdige en integere rechtspraak te versterken.

Met dit voorstel wordt een verbod voorgesteld op het gelijktijdig uitoefenen van het ambt van rechter en het lidmaatschap van de Eerste Kamer, de Tweede Kamer of het Europees Parlement. Dit verbod moet ervoor zorgen dat er een grotere machtenscheiding is tussen de wetgevende macht en de rechterlijke macht. Daarnaast voert dit voorstel bepalingen in over het bezit en het melden van bepaalde financiële belangen voor een specifieke groep rechterlijke ambtenaren. Hiermee wordt het risico van financiële belangenverstrengeling en het risico van oneigenlijk gebruik van koersgevoelige informatie door rechterlijke ambtenaren zoveel mogelijk tegen gegaan.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Schriftelijke voorbereiding
Eerste Kamer
Plenair
 
Afkondiging
Staatsblad(en)

Het voorstel is in behandeling bij de Tweede Kamer.


Kerngegevens

ingediend

7 november 2022

titel

Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de Raad van State en enige andere wetten in verband met enkele wijzigingen in het belang van integere, onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak, alsmede de regeling van enige andere onderwerpen

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

  • minister voor Rechtsbescherming

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.


Documenten