E090231 - Besluit betreffende de oprichting van Eurojust (initiatief van Duitsland)
Het voorstel houdt in dat per lidstaat één OvJ (of daarmee vergelijkbare functionaris) en (eventueel) een of meer nationale correspondenten worden aangewezen voor werkzaamheden bij Eurojust, een eenheid die de coördinatie van strafrechtelijke onderzoeken zal verzorgen en de samenwerking tussen de bevoegde organen bij grensoverschrijdende criminaliteit zal bevorderen.
Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.
Europees
Besluit 2002/187/JBZ is aangenomen tijdens de JBZ-Raad van 28 februari 2002. Tijdens de Raad voor Landbouw en Visserij van 18 juni 2003 is Besluit 2003/659/JBZ tot wijziging van Besluit 2002/187/JBZ betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken aangenomen.
document Europese Commissie
COM(2000)746, d.d. 15 november 2000
commissie Eerste Kamer
beleidsterreinen
Besluit 2002/187/JBZ is aangenomen tijdens de JBZ-Raad van 28 februari 2002. Dit besluit wordt geïmplementeerd middels de Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie in verband met de implementatie van Besluit 2009/426/JBZ van 16 december 2008 inzake het versterken van Eurojust en tot wijziging van Besluit 2002/187/JBZ van 28 februari 2002 betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken. De Eerste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie heeft op 8 mei 2012 het voorlopig verslag uitgebracht en wacht op de memorie van antwoord (zie Kamerstukken in de serie 33.036).
Tijdens de Raad voor Landbouw en Visserij van 18 juni 2003 is Besluit 2003/659/JBZ tot wijziging van Besluit 2002/187/JBZ betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken aangenomen.
Op 26 februari 2002 heeft de Eerste Kamer ingestemd, onder voorbehoud dat er inderdaad sprake is van een besluit en niet van een kaderbesluit.
AO op 13 november 2001 (23490, 216)
Korthals geeft aan m.b.t. de rol van de EC bij Eurojust dat de EC o.g.v. art. 36 van het Europese uitvoeringsverdrag worden betrokken bij de werkzaamheden van Eurojust.
Dit betekent dat zij wordt betrokken bij alle werkzaamheden van Eurojust voorzover deze van belang zijn voor de EC en geen betrekking hebben op concrete strafzaken. M.b.t. de parlementaire controle op Eurojust stelt de minister dat elk nationaal lid van Eurojust onder de verantwoordelijkheid valt van de regering die hem of haar heeft afgevaardigd.
Op deze wijze kan controle worden uitgeoefend. Bovendien wordt Eurojust gefinancierd door het Europees Parlement. Via het budgetrecht heeft dit Parlement dus enig toezicht op Eurojust.Beslissingen kunnen natuurlijk niet worden teruggedraaid, maar er komen jaarverslagen van Eurojust en op grond daarvan kunnen discussies worden gevoerd.
De minister licht ook de brief van 26 oktober toe waarin staat dat Eurojust-verzoeken door de lidstaten niet behoeven te worden opgevolgd indien deze strijdig zijn met het nationale recht. Dit betekent dat een verzoek van Eurojust om een strafrechtelijk onderzoek aan te vragen, niet opgevolgd behoeft te worden als dit verzoek ziet op bijvoorbeeld feiten die naar het nationale recht van de desbetreffende lidstaat niet strafbaar zijn gesteld.
De mededeling dat Eurojust nimmer zelf strafbare feiten gaat vervolgen, betekent dat het geen Europees openbaar ministerie is of wordt. Een Europese officier van Justitie is een andere discussie.
AO 26 september 2001 (23490, 203)
Korthals: Eurojust krijgt hetzelfde mandaat als Europol ten aanzien van de strafbare feiten waar taken uitgeoefend kunnen worden, dus ook mensensmokkel en drugscriminaliteit. Eurojust doet zelf geen strafrechtelijke onderzoeken. Deze vinden in de lidstaten zelf plaats. Eurojust moet een goede coördinatie tussen de lidstaten tot stand brengen. Dat is hard nodig.
Pro-Eurojust is een voorloper van Eurojust om te onderzoeken hoe een en ander moet functioneren. Verhagen (CDA)vraagt naar de bevoegdheidsverdeling tussen Europol en Eurojust als het mandaat voor Europol wordt uitgebreid, ook gelet op de noodzaak tot prioriteitsstelling.
Korthals: Als er een uitbreiding komt van het mandaat van Europol, geldt dat ook voor Eurojust. Tevens is gevraagd welke rol de Europese Commissie speelt bij de werkzaamheden van Eurojust. Conform artikel 36, tweede lid van het EU-verdrag wordt de Commissie volledig betrokken bij de werkzaamheden van Eurojust.
Deze bepaling wordt ook opgenomen in het oprichtingsbesluit van Eurojust. De betrokkenheid van de Commissie betreft vraagstukken van algemene aard en geen operationele kwesties. Dat betekent concreet dat leden van de commissie niet participeren in vergaderingen van Eurojust die over concrete operationele zaken gaan.
Daar komen immers politiële en justitiële gegevens over concrete strafzaken aan de orde. Wel kan de Commissie in voorkomende gevallen worden uitgenodigd om haar expertise ter beschikking te stellen aan Eurojust. Ook met de fraude-bestrijdingsdienst van de Europese Commissie, OLAF, zal uiteraard nauw worden samengewerkt indien daartoe aanleiding bestaat.
Mw. Halsema (GL): De delicten die Eurojust behandelt, zijn dezelfde als waarover Europol gaat. Ik heb een probleem met artikel 5, eerste lid, sub c. Het zegt dat de delicten waarover Eurojust mag oordelen eigenlijk onbeperkt zijn. Het gaat om andere delicten die samen met het in lid b genoemde strafbare feiten zijn gepleegd. Als er dus een heel ander delict gepleegd is in samenhang met het eerder genoemde delict, bijvoorbeeld computercriminaliteit, mag het zowel door Eurojust worden vervolgd als door Europol worden onderzocht. Er is dan geen enkele begrenzing meer aan de misdrijven. Zie ik dat correct? Als dat het geval is, heb ik daar bezwaar tegen.
Minister Korthals: Ik zal dat nagaan en de vraag schriftelijk beantwoorden. Het lijkt mij dat de delicten die ermee samenhangen ook binnen het mandaat van Europol moeten vallen.
AO 11 oktober 2000 (23490, 169)
Korthals: De gesprekken over Eurojust zijn juist begonnen en aan de kwestie van de verhouding tussen Europol en Eurojust is men nog niet toegekomen. Daartegen bestaat bij vele landen groot bezwaar. De regering handhaaft de lijn die is afgesproken met de Kamer bij de vorige bijeenkomsten over de JBZ-raad. Eurojust is in een beginstadium: wie gaan er tot Eurojust behoren, waar komt Eurojust samen, welke bevoegdheden zal Eurojust hebben, zal Eurojust controle uitoefenen over Europol, kan Eurojust zelfstandig initiatieven nemen met betrekking tot strafrechtelijke onderzoeken? Al die punten zijn aan de orde. Op het ogenblik wordt die eenheid meer een samenwerkingsverband; van daaruit groeit het verder. Onze grootste zorg is dat het niet interfereert met het huidige Europees justitieel netwerk.
22112, nr. 184, fiche 8 werd opgesteld n.a.v. een mededeling van de Europese Commissie over Eurojust, niet m.b.t. dit initiatief. De regering geeft aan voorstander te zijn van de oprichting van Eurojust en acht de gekozen vorm van optreden van de Gemeenschap op dit moment de meest realistische.
De regering geeft aan dat de ervaringen die worden opgedaan met de voorlopige eenheid een rol kunnen spelen bij de besprekingen over het definitieve Eurojust.
Het voorstel houdt in dat per lidstaat één OvJ (of daarmee vergelijkbare functionaris) en (eventueel) een of meer nationale correspondenten worden aangewezen voor werkzaamheden bij Eurojust, een eenheid die de coördinatie van strafrechtelijke onderzoeken zal verzorgen en de samenwerking tussen de bevoegde organen bij grensoverschrijdende criminaliteit zal bevorderen.
Eurojust is bevoegd t.a.v. criminaliteit en delicten waarvoor ook Europol bevoegd is (mensenhandel, terrorisme, witwassen, computercriminaliteit, bescherming Euro en financiële belangen van de gemeenschappen e.d.) en vormen van criminaliteit die i.v.m. deze delichten zijn gepleegd.
Eurojust kan (niet dwingend) verzoeken een onderzoek te beginnen of dit juist over te laten aan een andere lidstaat, informatieuitwisseling bevorderen, coördinatie tussen onderzoeken tot stand te brengen, lidstaten bijstaan en overleg met gerechtelijke autoriteiten organiseren, uitvoering internationale rogatoire commissie vergemakkelijken, samen met Europees Justitieel netwerk een gegevensbank opstellen en (op verzoek) medewerking verlenen aan Europol.
De nationale leden zijn aan het recht van hun eigen staat onderworpen en elke lidstaat bepaald welke bevoegdheden zijn nationale lid krijgt en de anderen respecteren dit (inclusief machtiging toegang persoonsgegevens en SIS).
Er zijn bepalingen m.b.t. toegang tot gegevens en de verwerking daarvan, vertrouwelijkheid, bewaartermijnen, beveiliging, betrekkingen met partners (europol, EJN, OLAF, derde landen).
Eurojust brengt jaarlijks verslag uit aan de Raad (en desgevraagd andere informatie) en kan voorstellen doen ter verbetering en de voorzitter van de Raad zendt het EP jaarlijks een speciaal rapport toe over de werkzaamheden van Eurojust. Eurojust wordt uit de gemeenschapsbegroting betaalt, behalve de nationale leden.
Besluit 2002/187/JBZ is aangenomen tijdens de JBZ-Raad van 28 februari 2002. Tijdens de Raad voor Landbouw en Visserij van 18 juni 2003 is Besluit 2003/659/JBZ tot wijziging van Besluit 2002/187/JBZ betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken aangenomen.
Voorafgaand aan dit initiatief is er bij verschillende gelegenheden in de JBZ-Raad gesproken over de coördinatie van strafrechtelijke onderzoeken en vervolging, studies naar een Europees openbaar ministerie. Vooralsnog was tijdens de ER van Tampere (okt. 1999) afgesproken dat er voor eind 2001 een eenheid Eurojust opgericht zou moeten worden (conclusie nr. 46).
Een reflectienota inzake Eurojust (5700/1/00) werd in maart 2000 besproken (opties qua taken, bevoegdheden, samenwerking met het Europees justitieel netwerk, relatie tot Europol). Verder werd in 2000 reeds een voorlopige eenheid Eurojust opgericht. De ervaringen die pro-Eurojust nu opdoet helpt de Raad om het ontwerp-besluit nader uit te werken.
In de zomer van 2000 zijn Duitsland en Portugal, Frankrijk, Zweden en België met twee voorstellen gekomen betreffende de oprichting van Eurojust. De Raad is vervolgens gaan spreken over het meer uitgewerkte Portugees/Frans/Zweeds/Belgische voorstel (raadsdocument 10357/00 of idem PbEG 2000/C243/05 d.d. 24 augustus 2000).
Op 11 november 2000 heeft de EC een mededeling gepubliceerd over de oprichting van Eurojust (COM (2000) 746), waarbij de EC aangaf vooralsnog mee te gaan in de bespreking van het initiatief van de lidstaten, zich het recht voorbehoudend eventueel later een formeel voorstel van de EC in te dienen.
Vervolgens is er geruime tijd op ambtelijk niveau onderhandeld. Bij de geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 27/28 september stond raadsdocument 11685/2/01 geagendeerd met de aantekening dat de ministers streefden naar een politiek akkoord m.b.t. de artikelen 1 t/m 8 (doelstellingen, bevoegdheden, taken, nationale leden, college Eurojust, en nationale correspondenten).
De minister rapporteerde na afloop dat dit gelukt was, met slechts de schrapping van de verwijzing naar art.4 lid1 in artikel 5 lid 2. De lidstaten werden het er bovendien over eens dat de modaliteiten van deelname van de Europese Commissie in het huishoudelijk reglement van Eurojust zou worden uitgewerkt.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
Het EP heeft advies uitgebracht op 17 mei 2001 (PE303.671) en op 29 november 2001 (PE 312.146).
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.
Justitiële verkenningen, jrg. 27, maart 2001, themanummer Europees strafrecht (Fijnaut, Europol en Eurojust; politiële en justitiële samenwerking in strafzaken; Den Boer, Bestrijding georganiseerde misdaad in Europa: een vergelijkend perspectief; Koers, Het EU-rechtshulpverdrag; wederzijdse bijstand in strafzaken; Kortenhorst/Verrest De magistrat de liaison; een pionier in internationale samenwerking; Duikersloot/Widdershoven Europa en bestuurlijke handhaving; trends en uitdagingen; Nijboer, Recommendations; over het 'zachte' strafrecht van de Raad van Europa; Nijboer/Sprangers, Forensische expertise; Europese harmonisatie; Corstens, Europees strafrecht; een Europees OM en het subsidiariteitsprincipe; Slotboom, Naar een strafrechtelijk Europa: de USA als leermodel)
-
Judicial cooperation in the EU: the role of Eurojust [en] House of Lords (Select committee on the European Union) - HL Paper 138
12 juli 2004