Dit wetsvoorstel vervangt de Tijdelijke wet huurkoop onroerende zaken van 1973 door een definitieve regeling en neemt deze in het Burgerlijk Wetboek op.
Doel is nieuwe vormen van financiering van onroerende zaken mogelijk te maken.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 14 maart 1996 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De plenaire behandeling door de Eerste Kamer is op 20 mei 2003 op verzoek van de minister van Justitie opgeschort.
De minister van Justitie heeft het wetsvoorstel bij brief van 26 april 2004 ingetrokken. De minister heeft een nieuw wetsvoorstel in voorbereiding dat goed is afgestemd op het nieuwe huurrecht en dat niet opnieuw de misstanden doet ontstaan met het oog waarop de Tijdelijke wet in het leven is geroepen.
ingediend
8 juni 1995titel
Vaststelling en invoering van afdeling 7.1.12 (huurkoop onroerende zaken) van het nieuwe Burgerlijk Wetboekschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
De eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst.