Het voorstel regelt onder meer de vervanging van rechtswege van enkele in het geldverkeer veel gebruikte referentierentes, te weten de zogenaamde Amsterdam Interbank Offered Rate (AIBOR), de vaste voorschotrente en het promessedisconto. DNB zal deze referentierentes vanaf 1 januari 1999 niet meer vaststellen.
Dit voorstel biedt aanvullende wetgeving in verband met de deelname van Nederland vanaf 1 januari 1999 aan de Economische en Monetaire Unie (EMU) en de andere rol van De Nederlandse Bank (DNB) in het geldverkeer.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 5 november 1998 zonder beraadslaging en zonder stemming door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 15 december 1998 zonder stemming aangenomen.
De wet is opgenomen in Staatsblad 716 van 22 december 1998.
ingediend
21 augustus 1998titel
Regels met betrekking tot de vervanging van contractuele verwijzingen naar de Amsterdam Interbank Offered Rate en andere referentierentes, alsmede tot wijziging van de Wet toezicht effectenverkeer 1995, in verband met de deelname van Nederland aan de Economische en Monetaire Unie (Wet vervanging contractuele referentierentes)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
1 januari 1999. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst wordt uitgegeven na 31 december 1998, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij, wat de artikelen 1 tot en met 3 betreft, terug tot en met 1 januari 1999. Artikel 2 vervalt met ingang van 1 januari 2002.
2
-
15 december 1998
voortzetting behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen) Handelingen EK 1998/1999, nr. 13: blz. 319-354 -