Dit wetsvoorstel regelt opnieuw de doelstellingen, taken en werkzaamheden van De Nederlandsche Bank N.V. Dit is nodig vanwege de voorziene oprichting van een Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) in het kader van de Monetaire Unie.
Er wordt onder meer een onderscheid gemaakt in activiteiten die binnen en buiten het ESCB vallen. Verder vervalt het - overigens nooit gebruikte - aanwijzingsrecht, waarmee de minister van Financiën bindende aanwijzingen aan de directie van de bank kon geven ter coördinatie van de monetaire en financiële politiek.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 17 februari 1998 aangenomen door de Tweede Kamer. SGP en SP stemden tegen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 24 maart 1998 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.
De wet is opgenomen in Staatsblad 200 van 9 april 1998.
ingediend
30 oktober 1997titel
Nieuwe bepalingen inzake De Nederlandsche Bank N.V. in verband met het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Bankwet 1998)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor verschillende artikelen of onderdelen verschillend kan worden vastgesteld
-
-
17 februari 1998
stemming (tegen: SP, SGP) Handelingen TK 1997/1998, nr. 29: blz. 4127 -
12 februari 1998
behandeling Handelingen TK 1997/1998, nr. 28: blz. 4097-4113