Dit wetsvoorstel regelt onder andere dat de uitreiking van een gerechtelijke mededeling aan een verdachte zo veel mogelijk in persoon plaatsvindt op het moment dat deze contact heeft met de opsporingsambtenaar, de strafgriffie of het parket.
Dat geeft de garantie dat het stuk de betrokkene heeft bereikt; aan de vastlegging van de uitreiking kunnen rechtsgevolgen worden verbonden, omdat zeker is dat verdachte op de hoogte is van de datum van de terechtzitting.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 15 oktober 1996 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. Het voorstel is op 13 januari 1998 zonder stemming aangenomen.
De wet is opgenomen in Staatsblad 31 van 22 januari 1998.
ingediend
22 november 1995titel
Wijziging van enige bepalingen in het Wetboek van Strafvordering (de dagvaardingstermijn voor de politierechter, de oproeping in kantongerechtszaken en het instellen van hoger beroep)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat per onderdeel kan verschillen.
Er zijn geen documenten gevonden.