25.437

Opheffing algemeen bordeelverbod



Dit wetsvoorstel heft het algemene bordeelverbod op en vervangt dit door een verbod van exploitatie van onvrijwillige prostitutie en van prostitutie door minderjarigen en laat het klachtvereiste inzake kinderprostitutie vervallen.

Hierdoor kunnen gemeenten de vrijwillige prostitutie beter sturen en reguleren en wordt onder andere de positie van prostitué(e)'s verbeterd.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het wetsvoorstel is op 2 februari 1999 door de Tweede Kamer aangenomen. SP, GL, PvdA, D66 en VVD stemden voor. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 26 oktober 1999 aangenomen. CDA, RPF/GPV en SGP stemden tegen.

De wet is opgenomen in Staatsblad 464 van 9 november 1999.

De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 38 van 18 januari 2000.


Kerngegevens

ingediend

1 juli 1997

titel

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, enige andere wetboeken en enige wetten (opheffing algemeen bordeelverbod)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister van Justitie

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip


Hoofdlijnen

De vier hoofddoelstellingen zijn:

  • beheersing en regulering van exploitatie van prostitutie;
  • verbetering van de bestrijding van onvrijwillige prostitutie;
  • bescherming van minderjarigen tegen seksueel misbruik;
  • bescherming van de positie van prostitué(e)'s.

Decriminalisering van exploitatie van prostitutie kan de prostitutie ontdoen van criminele randverschijnselen zoals drugscriminaliteit en vuurwapenhandel.

Vormen van exploitatie van prostitutie waarbij sprake is van geweld of misbruik of waarbij minderjarigen betrokken zijn, worden strenger gestraft. De strafmaxima worden verhoogd van één naar zes jaar.

De afzonderlijke strafbaarstelling van het voordeel trekken uit seksuele handelingen van een minderjarige levert een bijdrage aan de bestrijding van seksueel misbruik van minderjarigen.

Regulering van en het aanbrengen van een scheiding tussen verboden en niet verboden vormen van exploitatie van prostitutie zullen de rechtspositie en werkomstandigheden van prostitué(e)'s verbeteren.

Er komt een werkplan waarin de afspraken tussen openbaar ministerie, politie en bestuur over de handhaving en het toezicht worden vastgelegd.


Documenten