Dit voorstel van wet neemt de onzekerheid van de ambtenaar van de burgerlijke stand weg en ontlast de rechter. De huidige praktijk steunt op ongeschreven regels en bij gebrek aan eenduidige opvattingen en aan steun uit de rechtspraak en rechtsleer wordt nu veelvuldig naar de rechter verwezen.
Het voorstel is opgesteld op basis van adviezen van de Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht en de Permanente Commissie van advies voor de zaken van de burgerlijke stand en voor nationaliteitsaangelegenheden.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 1 november 2001 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 12 maart 2002 zonder stemming aangenomen.
ingediend
8 juli 1999titel
Regeling van het conflictenrecht inzake de familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming (Wet conflictenrecht afstamming)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
Dit wetsvoorstel betreft een onderdeel van de codificatie van het internationaal privaatrecht; het sluit aan bij de vernieuwing van het Nederlandse afstammingsrecht (wetsvoorstel 24.649).
Het voorstel regelt het recht dat toepasselijk is op verschillende wijzen van ontstaan en het tenietgaan van familierechtelijke betrekkingen tussen kinderen en ouders (familierechtelijke betrekkingen door geboorte, door erkenning, door gerechtelijke vaststelling van het vaderschap of door wettiging).
Verder bevat het regels voor de erkenning van buitenlandse rechterlijke beslissingen, rechtsfeiten of rechtshandelingen waarbij zodanige betrekkingen zijn ontstaan of tenietgegaan.
1
-
12 maart 2002
behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen) Handelingen EK 2001/2002, nr. 22: blz. 1107-1109