Dit wetsvoorstel is een technische herziening van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 waarbij het regime voor de fiscale eenheid wordt geactualiseerd en enige knelpunten worden weggenomen.
Hiermee worden, in een algemene maatregel van bestuur (AMvB), een aantal (nadere) voorwaarden opgenomen die van toepassing zijn op het regime.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 4 oktober 2001 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 10 december 2002 zonder stemming aangenomen.
ingediend
25 oktober 1999titel
Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 c.a. (herziening regime fiscale eenheid)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
-
1.Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet treedt deze wet in werking op 1 januari 2003 en vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot de heffing over het boekjaar dat aanvangt op of na 1 januari 2003;
-
2.Artikel VI werkt terug tot het eind van het laatste boekjaar waarin ten aanzien van het in dat artikel bedoelde lichaam artikel 15 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 nog van toepassing is.
-
-het voorstel regelt:
-
-versoepeling van het bezitterspercentage,
-
-vervanging van "opgaan-in" door belastingheffing op basis van volledige consolidatie,
-
-codificatie van de standaardvoorwaarden,
-
-tijdstip van totstandkoming en beëindiging van een fiscale eenheid,
-
-beëindiging van de fiscale eenheid nadat is geschoven met vermogensbestanddelen,
-
-verrekening van verliezen.
-
-
4 oktober 2001
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2001/2002, nr. 9: blz. 359