Dit voorstel wijzigt een groot aantal wetten op het terrein van sociale zekerheid met als doel bepaalde weeffouten uit de procesgang in het eerste ziektejaar te verwijderen en op een zo eenvoudig mogelijke manier voorwaarden te scheppen voor betere reïntegratieprestaties.
Daarnaast wordt de publieke toezichtsfunctie verscherpt doordat de activiteiten van partijen worden beoordeeld aan de hand van een inhoudelijk gedeeld normenkader.
Met het voorstel wordt beoogd stimulansen te creëren voor effectiever optreden in het eerste ziektejaar, de verantwoordelijkheid van werknemer en werkgever te versterken en de samenwerking tussen de private reïntegratiemarkt en de publieke uitvoeringsinstelling te verbeteren.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 5 juli 2001 aangenomen door de Tweede Kamer. De fractie van de SP stemde tegen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 27 november 2001 zonder stemming aangenomen. GroenLinks en SP is daarbij aantekening verleend.
De wet is opgenomen in Staatsblad 628 van 18 december 2001.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 607 van 17 december 2002.
De Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 30 maart 2006 een brief (EK 27.678, A) van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ontvangen met een verslag over de werking van de wet in de praktijk en een overkoepelend evaluatieonderzoek naar de werking van de wet.
ingediend
17 april 2001titel
Verbetering van de procesgang in het eerste ziektejaar en nieuwe regels voor de ziekmelding, de reïntegratie en de wachttijd van werknemers alsmede met betrekking tot de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever (Wet verbetering poortwachter)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
-
1.Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
-
2.Indien het bij koninklijke boodschap van 2 maart 2000 ingediende voorstel van een Tijdelijke referendumwet (27.034) tot wet wordt verheven en in werking treedt, en deze wet wordt bekrachtigd op of na het tijdstip van inwerkingtreding van de Tijdelijke referendumwet, kan bij de toepassing van het eerste lid worden afgeweken van de artikelen 12 en 13 van de Tijdelijke referendumwet en vindt in dat geval artikel 16 van laatstgenoemde wet toepassing
Het voorstel bevat de volgende concrete maatregelen:
-
-vervroeging van de ziekmelding naar 6 weken;
-
-werknemer wordt geïnformeerd via de arbodienst;
-
-werkgever wordt geïnformeerd over de (financiële) gevolgen van de arbeidsongeschiktheid door de uvi in 'zoet-en-zuurinformatie';
-
-het huidige papieren rompslomp rond voorlopig en definitief reïntegratieplan wordt afschaft;
-
-invoering van een reïntegratieverslag, waarbij verslag en dossier volgens een te ontwikkelen protocol worden opgesteld;
-
-de werknemer zal een eigen rol krijgen in de totstandkoming van het reïntegratieverslag en deze zelf moeten indienen bij aanvraag van de WAO-uitkering;
-
-het reïntegratieverslag zal medische en arbeidskundige basisinformatie gaan bevatten voor de claimbeoordeling, waardoor de administratieve taken van de uvi worden verlicht en meer tijd vrij komt voor de daadwerkelijke claimbeoordeling;
-
-flexibilisering van het moment van WAO-beoordeling;
-
-verlenging loondoorbetalingsverplichting van de werkgever als hij onvoldoende heeft gedaan aan de reïntegratie van zijn zieke werknemer;
-
-uitstel van WAO-beoordeling als werkgever én werknemer onvoldoende reïntegreren;
-
-second opinion voor werkgever en werknemer;
-
-inhouden van loon door werkgever en treffen van een maatregel door uvi als de werknemer onvoldoende meewerkt aan zijn reïntegratie.
-
27 november 2001
voortzetting behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen, aantekening: GroenLinks en SP) Handelingen EK 2001/2002, nr. 9: blz. 434-446 -
-