Dit wetsvoorstel implementeert richtlijn PbEG, 2000, L303 van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep. De richtlijn biedt bescherming tegen discriminatie op grond van handicap of chronische ziekte en bevordert deelneming op gelijke voet aan het maatschappelijke leven.
Met dit voorstel wordt discriminatie op grond van handicap of chronische ziekte bij arbeid en beroep, beroepsonderwijs en sportbeoefening tegengegaan.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 4 juli 2002 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 1 april 2003 zonder stemming aangenomen. Tijdens de behandeling is de Motie-Van Leeuwen (CDA) c.s. inzake diverse (uitvoerings-)aspecten van de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (28.169, EK nr. 48e) ingediend. Deze motie is op 8 april 2003 na stemming bij zitten en opstaan met algemene stemmen aangenomen.
ingediend
18 december 2002titel
Gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekteschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
8