Dit wetsvoorstel regelt dat uitzendbureau's niet langer een vergunning nodig hebben om uitzendkrachten ter beschikking te stellen. Ook de maximum-uitzendtermijn, die nu zes maanden is, wordt afgeschaft.
Gebleken is dat er behoefte bestaat aan flexibele vormen van personeelsvoorziening zoals detachering en arbeidspools, die niet passen binnen het vergunningenstelsel.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 18 november 1997 door de Tweede Kamer aangenomen. SP en GL stemden tegen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 12 mei 1998 zonder stemming aangenomen. GroenLinks werd daarbij aantekening verleend.
De wet is opgenomen in Staatsblad 306 van 4 juni 1998.
ingediend
7 maart 1997titel
Regels voor de niet-openbare arbeidsbemiddeling en het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld
-
12 mei 1998
stemming (zonder stemming aangenomen, aantekening: GroenLinks) Handelingen EK 1997/1998, nr. 27: blz. 1544 -
-
-
-
-
-
-
-