29.828

Invoering videoconferentie in het strafrecht



Dit wetsvoorstel wijzigt het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met het bieden van het in een videoconferentie horen, verhoren of ondervragen van verdachten, veroordeelden, getuigen, deskundigen of andere personen.

Met dit voorstel wordt bespaard op kosten van het vervoer van verdachten, getuigen en deskundigen en de reiskosten voor rogatoire commissies. Een rogatoire commissie is een verhoor van getuigen, op verzoek door een andere rechter dan degene voor wie het geding hangende is. Tevens worden de kosten van de wachttijden en de aanhoudingen van strafzaken verminderd.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 24 februari 2005 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 4 juli 2005 als hamerstuk afgedaan.

De wet is opgenomen in Staatsblad 388 van 2 augustus 2005.

De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 609 van 7 december 2006.


Kerngegevens

ingediend

11 oktober 2004

titel

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met het gebruik van de videoconferentie in het strafrecht

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister van Justitie

inwerkingtreding

  • 1. 
    Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
  • 2. 
    Bij koninklijk besluit kan worden bepaald dat deze wet slechts van toepassing is in één of meer bij dat koninklijk besluit aan te wijzen arrondissementen. Behoudens eerdere intrekking vervalt deze aanwijzing drie jaren na in het eerste lid bedoelde tijdstip.

Documenten

  • 24 februari 2005
    stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2004/2005, nr. 52, blz: 3349