29.705 (R1766)

Goedkeuring Protocol bij het Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie



Dit voorstel van rijkswet keurt het Protocol tot instelling van een Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, goed (Trb. 2004, 196)PDF-document. Het betreft de schadeafwikkeling van ernstige ongevallen met olietankschepen.

Door dit Protocol krijgt het internationaal schadevergoedingsfonds ter bescherming van slachtoffers tegen de gevolgen van ongevallen met olietankschepen een aanvullend Fonds met een limiet van ongeveer € 900,-.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Schriftelijke voorbereiding
Eerste Kamer
Afkondiging
Staatsblad(en)

Het voorstel is op 24 maart 2005 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 26 april 2005 als hamerstuk afgedaan, tesamen met het wetsvoorstel Uitvoering Protocol bij het Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (29.706) .

De wet is opgenomen in Staatsblad 285 van 14 juni 2005.


Kerngegevens

ingediend

22 juli 2004

titel

Goedkeuring van het op 16 mei 2003 te Londen tot stand gekomen Protocol bij het Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, 1992

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

  • minister van Justitie
  • minister van Economische Zaken

inwerkingtreding

Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet, met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst


Documenten

  • 26 april 2005
    stemming (hamerstuk) PDF-document Handelingen EK 2004/2005, nr. 24, blz: 1010-1011
  • 24 maart 2005
    stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2004/2005, nr. 64, blz: 4117