Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) waardoor naast samenvoeging ook splitsing van instellingen in het beroepsonderwijs en de volwasseneducatie mogelijk wordt. Daarnaast moeten deeltijdopleidingen minimaal 300 uren per jaar in instellingstijd aan onderwijsprogramma's bevatten, willen zij voor bekostiging in aanmerking komen.
Met dit voorstel worden de gelden voor educatie uit de WEB met ingang van 2006 ondergebracht in de brede doeluitkering (BDU) voor de dertig grote steden. Daarnaast wordt de bekostiging van en de verantwoordelijkheid voor de educatiegelden die zijn bestemd voor Nederlands als Tweede taal (NT2), overgeheveld van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) naar het ministerie van Justitie, de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. De NT2-opleidingen voor niet-inburgeringsplichtigen blijven vallen onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van OCW.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 19 januari 2006 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 14 februari 2006 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 128 van 7 maart 2006.
De inwerkingtreding van de artikelen I en II is opgenomen in Staatsblad 294 van 14 juli 2009.
ingediend
22 juni 2005titel
Wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de voorschriften inzake educatie, splitsing van instellingen en vaststelling ondergrens aan de bekostiging deeltijdse beroepsopleidingenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
inwerkingtreding
1 Artikel I, onderdelen A, D, E, Ea, Eb, Ec en F, met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.
2 Artikel I, onderdeel B, van deze wet treedt in werking met ingang van 1 augustus 2006.
3 Indien het bij koninklijke boodschap van 21 september 2005 ingediende voorstel van wet houdende regels inzake inburgering in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering) (Kamerstukken II 2004/05, 30.308, nr. 2) nadat het tot wet is verheven, in werking treedt, treedt artikel I, onderdelen C en Fa, van deze wet op hetzelfde tijdstip in werking.
1
-
19 januari 2006
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2005/2006, nr. 39, blz: 2599