Dit wetsvoorstel maakt een verdere decentralisatie mogelijk van de totstandkoming van de arbeidsvoorwaarden in het voortgezet onderwijs door het schrappen van de bepaling over het georganiseerd overleg op centraal niveau. In samenhang met het wetsvoorstel is het de bedoeling een ontwerp-besluit in procedure te brengen waarbij de meeste van de op artikel 38a van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) gebaseerde rechtspositionele voorschriften, zullen worden geschrapt.
De algemeen geldende rechtspositionele voorschriften zoals de bepalingen in de Werkloosheidswet en de Wet uitbetaling loon bij ziekte of de daarop gebaseerde besluiten, blijven wel van toepassing op personeel in het voortgezet onderwijs, evenals de pensioenregeling.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 17 november 2005 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 12 december 2005 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 19 van 17 januari 2006.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 117 van 3 april 2007.
ingediend
16 juli 2005titel
Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met verdere decentralisatie van de arbeidsvoorwaardenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
-
-
17 november 2005
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2005/2006, nr. 23, blz: 1481