30.190

Verdere decentralisatie van arbeidsvoorwaarden in het voortgezet onderwijs



Dit wetsvoorstel maakt een verdere decentralisatie mogelijk van de totstandkoming van de arbeidsvoorwaarden in het voortgezet onderwijs door het schrappen van de bepaling over het georganiseerd overleg op centraal niveau. In samenhang met het wetsvoorstel is het de bedoeling een ontwerp-besluit in procedure te brengen waarbij de meeste van de op artikel 38a van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) gebaseerde rechtspositionele voorschriften, zullen worden geschrapt.

De algemeen geldende rechtspositionele voorschriften zoals de bepalingen in de Werkloosheidswet en de Wet uitbetaling loon bij ziekte of de daarop gebaseerde besluiten, blijven wel van toepassing op personeel in het voortgezet onderwijs, evenals de pensioenregeling.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 17 november 2005 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 12 december 2005 als hamerstuk afgedaan.

De wet is opgenomen in Staatsblad 19 van 17 januari 2006.

De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 117 van 3 april 2007.


Kerngegevens

ingediend

16 juli 2005

titel

Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met verdere decentralisatie van de arbeidsvoorwaarden

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

  • minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip


Documenten

  • 12 december 2005
    stemming (hamerstuk) PDF-document Handelingen EK 2005/2006, nr. 10, blz: 441
  • 17 november 2005
    stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2005/2006, nr. 23, blz: 1481