Dit voorstel van rijkswet wijzigt de Rijksoctrooiwet 1995 ter implementatie van richtlijn 2004/48/EG betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PbEG L 157) en rectificatie. De richtlijn harmoniseert, ter bestrijding van namaak en piraterij, de handhaving van intellectuele eigendomsrechten. Hierdoor wordt de positie van de houder van een intellectueel eigendomsrecht versterkt en worden de procedures eenduidiger en eenvormiger.
De richtlijn verplicht onder meer om een rechterlijk uitspraak te publiceren, informatie over de inbreuk op de intellectueel eigendomsrechten makkelijker te vergaren en bepaalde corrigerende maatregelen op te leggen, zoals terugroeping en vernietiging van inbreukmakende goederen. Het gaat in dit wetsvoorstel om een klein aantal artikelen. Het grootste deel van de richtlijn wordt geïmplementeerd in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 26 januari 2006 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 14 februari 2006 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
2 september 2005titel
Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 ter implementatie van de richtlijn inzake handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (Wijziging Rijksoctrooiwet 1995 in verband met implementatie richtlijn handhaving intellectuele-eigendomsrechten)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- staatssecretaris van Economische Zaken
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip