Dit wetsvoorstel strekt ertoe de wettelijke voorwaarden voor de verkrijging van de hoedanigheid van Nederlands schip en, in verband hiermee, de afgifte van een zeebrief ten behoeve van een zeeschip, met het recht de Nederlandse vlag op dat schip te voeren, in overeenstemming te brengen met het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen inzake de registratie van zeeschepen en de voorwaarden voor inschrijving in de Nederlandse registers (Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen het Koninkrijk der Nederlanden, zaak C-299/02).
Het arrest noodzaakt tot het laten vervallen van de huidige nationaliteitseisen die worden gesteld aan de aandeelhouders en de bestuurders van vennootschappen. Hetzelfde geldt voor de natuurlijke personen die de dagelijkse leiding hebben over de vestiging van waaruit in Nederland het zeescheepvaartbedrijf wordt uitgeoefend. De eis dat de bestuurders van rederijen van in Nederland geregistreerde zeeschepen in Nederland woonachtig moeten zijn op het grondgebied van een van de lidstaten van de Europese Unie of van een van de andere staten die partij zijn bij de Europese Economische Ruimte kan evenmin worden gehandhaafd.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 20 april 2006 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 3 juli 2006 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
19 december 2005titel
Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Koophandel, de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting, de Zeebrievenwet en enkele andere wetten in verband met het Europese recht op vrije vestigingschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
0
Er zijn geen documenten gevonden.