Dit wetsvoorstel implementeert het kaderbesluit nr. 2006/783/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 6 oktober 2006 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen tot confiscatie (PbEG L 328/59).
Het kaderbesluit heeft ten doel op het terrein van de tenuitvoerlegging van confiscatiebeslissingen de strafrechtelijke samenwerking tussen de lidstaten van de Europese Unie te versnellen en te vereenvoudigen door deze samenwerking vorm te geven volgens het beginsel van wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen. Dit kaderbesluit is het vierde dat op het terrein van de wederzijdse erkenning van strafrechtelijke beslissingen is vastgesteld.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 31.555, A) is op 22 januari 2009 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 3 maart 2009 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
15 augustus 2008titel
Implementatie van het kaderbesluit nr. 2006/783/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 6 oktober 2006 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen tot confiscatie (PbEG L 328/59) (wijziging Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties in verband met de toepassing op beslissingen tot confiscatie)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
1
-
22 januari 2009
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2008/2009, nr. 45, blz: 3913