Dit wetsvoorstel breidt de de inningsbevoegdheid van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) uit met partneralimentatie. Inning van partneralimentatie gaat op gelijke wijze plaatsvinden als inning van kinderalimentatie.
Onder het huidige recht heeft de alimentatiegerechtigde ex-partner de mogelijkheid van dwanginvordering wanneer de alimentatieverplichting niet wordt nagekomen. De kosten die de alimentatiegerechtigde daarvoor moet maken, kunnen echter een drempel vormen. Het is dan ook van belang dat de alimentatiegerechtigde een beroep kan doen op een laagdrempelige en kosteloze instantie die over de middelen beschikt om de (vrijwillige) betaling (weer) op gang te brengen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK 31.575, nr. 2) is op 7 april 2009 aangenomen door de Tweede Kamer. SP, PvdA, GroenLinks, D66, PvdD, ChristenUnie, SGP, CDA, PVV en het lid Verdonk stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 30 juni 2009 na een kort debat met de minister van Justitie zonder stemming aangenomen. De fractie van de VVD is daarbij aantekening verleend.
ingediend
3 september 2008titel
Wijziging Inning van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van de Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen in verband met de inning van partneralimentatieschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
7
-
30 juni 2009
behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen, aantekening: VVD) Handelingen EK 2008/2009, nr. 38, blz: 1723-1724 -
-
-
-
-
-