T00896

Toezegging Voorstel over bevoegdheidsverdeling (30.844)



De minister zegt toe het voorstel van de heer Janse de Jonge om in de Wabo als uitgangs-punt bij de bevoegdheidsverdeling de bevoegdheid neer te leggen bij gemeenten, mee te nemen bij de formulering van het uitvoeringsbesluit.


Kerngegevens

Nummer T00896
Status voldaan
Datum toezegging 28 oktober 2008
Deadline 1 juli 2009
Verantwoordelijke(n) Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Kamerleden dr. E.J. Janse de Jonge (CDA)
Commissie commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen bevoegdheden
gemeenten
omgevingsvergunningen
Kamerstukken Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (30.844)


Uit de stukken

Handelingen I 2008-2009, nr. 5 - blz. 193

(...)

Blz. 228

De heer Janse de Jonge (CDA):

Nu wij echter met elkaar zo ver zijn gekomen in de discussie over de Wabo, en het bovendien duidelijk is dat 98% van de gevallen bij de gemeenten uitkomt, moeten wij ons wellicht afvragen of het niet helderder voor de bevoegdheidsverdeling in Nederland is, en voor alles wat er na de komst van de Wabo aan de orde komt, om duidelijk te kiezen voor het neerleggen van de verantwoordelijkheid bij de gemeenten. Dat zou dan het

uitgangspunt van de wet kunnen zijn; bij de invoeringswet of een andere wet. Vervolgens kunnen wij de uitzonderingen met elkaar bespreken. Daarbij gaat het om de grote bedrijven en instellingen. Die zouden ondergebracht kunnen worden bij de provincies. Bovendien zou in een enkel geval de minister nog de bevoegdheid tot ingrijpen kunnen hebben. Mijns inziens zou op die manier een en ander veel helderder en simpeler geregeld zijn. Ik geef daarom deze suggestie nog eens mee. Wij moeten hierin een duidelijke keuze maken, zeker nu wij al vaak hebben gezien dat in 98% van de gevallen de gemeente bevoegd is.

Minister Cramer:

Het voorstel van de heer Janse de Jonge wordt zeker meegenomen als wij bij het formuleren van het uitvoeringsbesluit hierop terugkomen. Ik liet al weten dat de mate van decentralisatie ook afhankelijk is van de gerealiseerde kwaliteit in de uitvoering. Daarom stelde ik voor om niet direct alles over te hevelen naar de gemeenten, omdat een en ander nog even tijd nodig heeft, gezien de complexiteit van de zaken die nu bij de provincies liggen. Wij spreken hierbij echter over een beperkt percentage.

De heer Janse de Jonge (CDA):

Zegt de minister nu dat zij hierover wel wil nadenken, maar dat zij dit aan een bepaald kwaliteitsniveau koppelt of aan een bepaald minimum bij gemeenten? Heb ik dat goed begrepen?

Minister Cramer:

Ja. Dit is ook het uitgangspunt van het onderwerp waarop ik direct terugkom. Alles heeft hierbij te maken met de mogelijkheid om te decentraliseren, wetend dat de kwaliteit is gegarandeerd.


Brondocumenten


Historie