Naast het wetsvoorstel Belastingplan 2011 (32.504) bevat dit wetsvoorstel overige fiscale maatregelen waarvoor inwerkingtreding per 1 januari 2011 wenselijk is. Dit wetsvoorstel is op Prinsjesdag 2010 ingediend door het demissionaire Kabinet Balkenende IV. Middels een tweede nota van wijziging heeft het Kabinet Rutte een maatregel uit het Regeerakkoord Vrijheid en verantwoordelijkheid in het Belastingplan 2011 opgenomen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 32.505, A) is op 18 november 2010 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 21 december 2010 met algemene stemmen aangenomen.
De wet is opgenomen in Staatsblad 873 van 29 december 2010.
De tijdens de plenaire behandeling op 21 december 2010 ingediende motie-Reuten (SP) over het BTW-tarief op beeldende kunsten (EK 32.504 / 32.505 / 32.401, H) is op diezelfde dag na stemming bij zitten en opstaan verworpen. GroenLinks, SP, PvdA, PvdD en de Fractie-Yildirim stemden voor. De motie-Koffeman (PvdD) c.s. inzake de kredietcrisis die om een gecoördineerd optreden in samenhang met andere crises vraagt (EK 32.504 / 32.505 / 32.401, I) is na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. CDA en VVD stemden tegen.
ingediend
21 september 2010titel
Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2011)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
-
1.Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2011, met dien verstande dat:
-
-
-
a.de wijziging ingevolge artikel XXII, onderdeel B, voor het eerst toepassing vindt met betrekking tot beschikkingen waarvan de dagtekening ligt na 31 december 2010;
-
b.de wijzigingen ingevolge artikel IV, onderdeel A, voor het eerst toepassing vinden met betrekking tot jaren die aanvangen op of na 1 januari 2011;
-
c.de wijzigingen ingevolge artikel IV, onderdelen B en C, voor het eerst toepassing vinden met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2012.
-
-
-
2.Artikel XXIVA werkt terug tot en met 1 augustus 2008.
-
3.Artikel I, onderdelen D, E en J, werkt terug tot en met 1 januari 2009.
-
4.Artikel XX, onderdeel A, werkt terug tot en met 1 juli 2009.
-
5.Artikel I, onderdelen C, onder 1 en 4, H en I, werkt terug tot en met 1 januari 2010.5.
-
6.In afwijking van het eerste lid treedt artikel IV, onderdeel 0A, in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip waarbij terugwerkende kracht kan worden verleend tot en met het tijdstip waarop zonder deze wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 artikel 2, zevende lid, eerste volzin, van die wet van toepassing zou zijn geworden op het in dat onderdeel genoemde lichaam.
-
7.In afwijking van het eerste lid treedt artikel XIV, onderdeel B, in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip waarbij terugwerkende kracht kan worden verleend tot en met 5 december 2010.
-
8.In afwijking van het eerste lid treden de artikelen III, X, XI, XII en XIII in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, waarbij voor de artikelen XI en XIII terugwerkende kracht kan worden verleend tot en met 1 januari 2011.
-
9.In afwijking van het eerste lid treedt artikel XVII, onderdeel C, in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
3
-
18 november 2010
stemming over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2011) (32504), het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2011) (32505) en het wetsvoorstel Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2010) (32401) Handelingen TK 2010/2011, nr. 24, blz. 62-63 -
-