Dit wetsvoorstel strekt tot uitvoering van de op 16 maart 2010 door de Raad van de Europese Unie vastgestelde Richtlijn 2010/24/EU betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen (PbEU 2010, L84) en geeft regels over de door Nederland te verlenen en te vragen bijstand bij de invordering van de in het tweede lid bedoelde schuldvorderingen die in een andere lidstaat onderscheidenlijk in Nederland ontstaan.
De belangrijkste wijzigingen zijn een vereenvoudiging van de procedures voor het verlenen van wederzijdse bijstand en een uitbreiding van het bereik van de wederzijdse bijstand tot de heffingen van decentrale overheden.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 33.022, A herdruk) is op 17 november 2011 zonder stemming en zonder beraadslaging aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 6 december 2011 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
29 september 2011titel
Wet wederzijdse bijstand in de Europese Unie bij de invordering van belastingschulden en enkele andere schuldvorderingen 2012schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
inwerkingtreding
Met ingang van 1 januari 2012