Met dit wetsvoorstel wordt de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) gewijzigd waarmee de bekostiging van het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) rechtstreeks plaatsvindt door het Rijk. De overige educatie richt zich op Nederlandse taal en rekenen.
De bekostiging van het vavo zal vanaf 1 januari 2013 rechtstreeks door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) aan de regionale opleidingencentra (ROC’s) plaatsvinden. Dit betekent dat voor vavo een ander bekostigingsmodel moet worden ingevoerd. Op dit moment maken de middelen vavo deel uit van het educatiebudget dat via het participatiebudget aan gemeenten wordt verstrekt. Gemeenten kopen hiermee (verplicht) educatieactiviteiten in bij ROC’s. Vanaf 2013 wordt een deel van de totale educatiemiddelen afgezonderd en rechtstreeks voor vavo aan de ROC’s verstrekt. De andere helft blijft beschikbaar voor de overige educatie en zal via het participatiebudget aan gemeenten worden verstrekt.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 33.146, A) is op 19 juni 2012 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 11 september 2012 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
19 januari 2012titel
Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake voortgezet algemeen volwassenenonderwijs en overige educatieschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Onderwijs en Wetenschappen
inwerkingtreding
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2012, treedt deze wet in werking op de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en is zij voor het eerst van toepassing op het kalenderjaar, volgend op die datum.
4